De onzekerheid over de toekomst van Griekenland straalt al een beetje af op andere zwakke eurolanden. Al is van echte crisis nog geen sprake. Analist Arne Petimezas van AFS Group praat je bij vanaf de beursvloer in Amsterdam.

1.Griekenland begint langzaam maar zeker andere zwakke eurolidstaten te besmetten nu er maar geen akkoord komt tussen de Griekse regering met de Eurozone lidstaten, de ECB en het IMF over de uitkering van noodleningen. Het renteverschil tussen veilige Duitse staatsleningen en de staatsleningen van Italië, Spanje en Portugal loopt namelijk weer op.

Zo is de Spaanse 10-jaars rente vandaag gestegen met een forse 0,15 procentpunt naar 2,38 procent, terwijl de Duitse 10-jaars rente – de barometer voor de eurozone – licht daalt met 0,01 procentpunt naar 0,82 procent. De risico-opslag op Spaanse 10-jaars staatsleningen van 1,57 procent ligt op het hoogste niveau sinds juli 2014. In maart, toen de ECB net was begonnen met de aankoop van staatsleningen, bereikte het renteverschil een dieptepunt op 0,89 procentpunt.

Deze renteverschillen zijn vergeleken met de piekniveaus ten tijde van de Eurozone crisis nog relatief laag. Vlak voordat ECB-president Draghi beloofde de euro te redden, bereikte de risico-opslag op Spaanse 10-jaars staatsleningen een piek op 6,38 procentpunt. En overigens begint die belofte van Draghi een klein beetje zijn glans te verliezen. De risico-opslag op Zuid-Europese staatsobligaties met een looptijd korter dan drie jaar – de obligaties die de ECB zo nodig onbeperkt kan opkopen – is ook aan het stijgen. Draghi’s belofte zou die stijging juist hebben moeten voorkomen.

(Klik voor uitvergroting: renteverschillen met Duits staatspapier; bron Bloomberg)

contagion

2.IMF-hoofdeconoom Olivier Blanchard heeft in een blogpost over Griekenland de spijker op zijn kop geslagen. Waar het in het overleg tussen Griekenland en de schuldeisers om draait is het primaire begrotingsoverschot. Het primaire begrotingsoverschot is het overschot op de begroting als de rente op de staatsschuld niet word meegenomen.

Het primaire overschot is feitelijk het bedrag dat Griekenland aflost aan zijn schuldeisers. De Griekse staatsschuld is namelijk bijna volledig in handen van de eurozone, ECB en het IMF. En de Eurozone, de ECB en het IMF en niet de markt bepalen de rente die Griekenland moet betalen. De schuldeisers willen dat Griekenland op termijn een primair overschot heeft van 3,5 procent van het nationaal inkomen, wat bij het huidige niveau neer komt op ongeveer 6 miljard euro per jaar dat beschikbaar is voor rente en aflossing. Die 3,5 procent van het nationaal is volgens Blanchard alleen haalbaar als de schuldeisers akkoord gaan met een lagere rente en Griekenland meer tijd gunnen om af te lossen. Zou een dergelijke versoepeling van de leenvoorwaarden er niet in zitten, dan kan Griekenland zijn schuldenberg van 180 procent van het nationaal inkomen niet naar beneden krijgen.

Analist Arne Petimezas van AFS Group houdt je dagelijks op de hoogte van de dingen die je moet weten.

Analist Arne Petimezas van AFS Group houdt je dagelijks op de hoogte van de dingen die je moet weten.

De Griekse regering zegt te kunnen leven met een primair overschot van 3,5 procent. Maar de bezuinigingsmaatregelen die de regering voorstelt om de begrotingsdoelstelling te kunnen behalen zijn naar verluidt niet voldoende om op 3,5 procent uit te komen. Dat is maar beter ook, want de Griekse economie is te zwak, inefficiënt en corrupt om zware bezuinigingen te overleven. Maar als het primaire overschot lager wordt gezet dan 3,5 procent, dan moet een deel van de staatsschuld worden kwijtgescholden omdat anders de schuldenberg niet zal stabiliseren.

3.De Europese Commissie heeft gisteren naar aanleiding van het mislukte overleg tussen Griekenland en de schuldeisers gezegd dat de voorstellen van beide partijen nog 2 miljard euro uit elkaar liggen. Voor Griekenland is dat echt geld, maar voor de economie van de eurozone als geheel met een nationaal inkomen van 10 biljoen euro is dat verwaarloosbaar (een derde noodpakket van 50 miljard euro is ook kleingeld overigens).

De consequenties van een Grexit zijn aanzienlijk groter dan het overbruggen van deze bedragen. De euro zou niet langer onherroepelijk zijn, maar een veredeld wisselkoersmechanisme. Elk zwakke lidstaat waar een politieke partij aan de macht dreigt te komen die af wil van de bezuinigingsmoraal, zou het slachtoffer worden van speculatieve aanvallen in de obligatiemarkt. En de ECB is alleen bereid de obligatiemarkt tot bedaren te brengen als er wordt bezuinigd, waar dan juist geen politiek mandaat voor is. Zolang eurozone redelijk draait, kunnen de consequenties van een Grexit overwaaien. Maar als de economie weer in een neergang beland en er is geen (uitzicht) op een fiscale unie, dan is een nieuwe crisis onvermijdelijk.

4. Vanwege de onzekerheid over Griekenland zijn de verliezen op Europese aandelenbeurzen opgelopen naar zo’n 2 procent. Dat is fors, maar van een crash is nog niet sprake. Desalniettemin is de jaarwinst van de AEX voor bijna de helft verdampt. De index staat ten opzichte van het slot van 2014 nog maar 11 procent in het groen. Het jaarrecord van 510,55 punten van 27 april was ruim 20 procent boven het jaarslot. De stand van vanmiddag van zo’n 471 punten ligt 7,5 procent onder het jaarrecord. Bij 10 procent is er officieus sprake van een correctie.

5.Duitsers zijn Weltmeister in staken. Of in ieder geval Europees kampioen. Volgens de Duitse krant Bild heeft Duitsland in decennia niet zo veel arbeidsonrust gezien als in 2015. Dit jaar zijn er tot nog toe 500.000 werkdagen verloren gegaan aan stakingen, aldus Bild.

In 1992 werd er het meest gestaakt. Dat jaar gingen er 1,5 miljoen werkdagen verloren aan stakingen. De stakingsbereidheid in Duitsland is hoog omdat de economie relatief sterk is gegroeid sinds 2008 en de werkloosheid op een dieptepunt staat. Bovendien was er nog tot een aantal jaar geleden sprake van loonmatiging. Werknemers proberen nu met hoge looneisen een deel van de ondermaatse loongroei te compenseren.

6.De Noren hebben genoeg gehad met overkreditering om de prijzen van huizen op een hoog niveau te houden. Noorwegen gaat de zogenoemde loan-to-value ratio limiteren op 85 procent. De LTV is de verhouding tussen de waarde of omvang van in dit geval de hypothecaire lening ten opzichte van de waarde van het onderliggende huis. Daarnaast moeten banken die hypotheken hebben met een LTV hoger dan 70 procent de schuldenaars verplichten af te lossen. De regels gaan op 1 juli en lopen af op 31 december 2016.

7.Imitation is the most sincere form of flattery, zullen ze bij Alibaba hebben gedacht. De Chinese internetreus is van plan een Chinese versies van streaming service Netflix en van pay-tv zender HBO te lanceren. Een deel van de content wil Alibaba in China zelf produceren en de rest moet worden geïmporteerd.

Arne Petimezas is analist bij financiële dienstverlener AFS Group. Deze bijdrage is niet bedoeld als advies tot het doen van individuele beleggingen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl